woensdag 18 augustus 2010

Toelichting waarneming Grijze Strandloper maandag 16/8 - Vincent Douwes

Van ca. 06:30 uur tot 09:30 uur op de uitkijkheuvel Achter de Zwarten gestaan waarbij vanaf ca. 08:00 uur anderen aanschoven. Het was over het algemeen zwaar bewolkt en een graad of 17, de wind was zwak en er werd geen hinder van ondervonden tijdens het scopen. Rond 07:00 uur leek het even op te klaren en een paar minuten later kwam zelfs het zonnetje tevoorschijn.Hiervan werd een kleine 20 minuten geprofiteerd en het zicht op de vogels in het gebied werd er een stuk beter op!

Het eerste half uur werd gebruikt om het gebied grofweg een aantal keren te scannen waarbij o.a. reuzensterns en een juveniele witvleugelstern werd opgemerkt. Tegen 7-en begon ik met het scannen van de slikjes dichterbij de uitkijkheuvel. De slikjes voor het eilandje op ca. 10 uur van de uitkijkheuvel liggen redelijk ver weg maar zijn over het algemeen goed te onderzoeken. Hier werden meerdere bontbekplevieren, een enkele bonte strandloper en kemphaan en wat kleinere strandlopertjes ontdekt. Het onderscheiden van zeer gelijkende caladris soorten, anders dan kleine strandloper is m.i. op dat slikje nagenoeg onmogelijk (of in ieder geval héél moeilijk) omdat het eenvoudigweg te ver weg is. Ik besloot daarom om de dichterbij gelegen slikjes op 12 uur van de heuvel te scopen omdat het zicht op deze slikjes een stuk beter was. Dit was om omstreeks 07:15 uur.

Hier werd naast de bontbekken ook snel een kleine strandloper ontdekt maar bij de vogel die ik daarna in beeld kreeg, had ik meteen het idee dat deze "anders" was dan de vorige (kleine) strandloper. Z'n Jizz was anders en de eerste indruk was dat deze vogel veel meer zwart en grijs in het verenkleed had dan de kleine strandlopers waarmee de vogel af en toe in één beeld liep. Er was geen enkel spoor van bruin (misschien heel erg donkerbruin) of rood in het verenkleed en de hoeveelheid donkere (zwarte) veercentra op de bovendelen was opmerkelijk. Er kon geen V of rails in de bovendelen worden ontdekt, er was überhaupt maar heel weinig wit in de bovendelen te zien. Grof gezegd was de vogel grijs (lichtgrijs gecombineerd met bruingrijs) met zwarte vlekken en een witte onderzijde.

De kop leek m.u.v. zijn opvallende donkere hoofddeksel (petje) witter dan van de kleine strandlopers en de borst en zijhals was minder gestreept. Door de lichte wenkbrauwstreep was de teugel en wang (oorstreek) donker. De onderzijde was wit zonder dat opvallende strepen of vlekken werden opgemerkt. Op de borst was een onopvallende lichtgrijs gestreepte borstband te zien. Om die reden denk ik dan ook dat dit een naar winterkleed ruiend adult exemplaar betreft. Een adult zomerkleed heeft nl. altijd een goed zichtbaar gestreepte borstband.

In een 1-op-1 vergelijking tussen deze vogel en de kleine strandlopers was duidelijk te zien dat de spannende vogel veel meer bulk had t.o.v. de kleintjes; de vogel was een stukje forser waarbij de korte maar forse stompe snavel opviel (kanoetenuiterlijk). De vogel was wel beduidend kleiner dan de bontbekplevieren. De poten waren donker, zwartachtig waarbij moet worden opgemerkt dat dit niet door modder kwam; de vogel foerageerde op een wat droger slikgebiedje wat totaal niet nat of zelfs vochtig leek. Ook de daar foeragerende bontbekken hadden oranje pootjes waar geen modder op was afgezet. Vanwege de afstand was het niet mogelijk om eventuele webjes op te sporen.

Gedurende ruim 5 minuten liet de vogel zich met goed licht in de rug relatief uitstekend zien. De zon in de rug zorgde voor dat moment voor een optimaal beeld zonder warmtetrillingen. Met een Swarovski AT80 telescoop (bijna geheel ingezoomd) kon de vogel goed worden waargenomen. Tot op een gegeven moment “alles” opvloog en ondanks dat ik probeerde de groep te volgen, de vogel uit beeld verdween. In de korte tijd dat ik de vogel al vliegend in beeld had, werd geen witte stuit of staart en geen duidelijke vleugelstreep waargenomen (hoogstens een Temmincks-achtig licht aangezet vleugelstreepje) . Ook werd geen afwijkende roep tussen de bontbekken en kleine strandloper gehoord. Gedurende deze 5 tot 10 minuten waarbij ik de vogel in de scoop had (+ de tijd erna) ben ik alle min of meer voor de hand liggende soorten langsgegaan waarbij ik ze één voor één kon wegstrepen.
Drieteenstrandloper; te groot en bovendien klopt er geen enkel kleed van drieteen met de vogel zoals die werd waargenomen; teveel wit bij juveniel, te roodbruin bij adult zomerkleed en ruiende vogels. Bij het opvliegen werd bovendien geen duidelijke vleugelstreep gezien.
Bonte strandloper; te groot voor de vogel en met te lange snavel
Krombekstrandloper; idem als bij bonte strandloper
Breedbekstrandloper; te groot, met te lange en te kromme snavel
Temmincks strandloper; geen donkere poten (kan niet door de modder zijn gekomen), teveel gestreept (te weinig wit), snavel te slank. De grijze strandloper had niet veel meer dan een aanzet van een borstband. Een Temmincks heeft een overduidelijke borstband in alle kleden
Kleine strandloper; eigenlijk altijd (behalve winterkleed) rood en/of bruin in verenkleed, andere jizz (er liepen meerdere “echte” kleine strandlopers die ook in één oogwenk als zodanig waren te determineren). Verder hebben kleine strandlopers nooit zoveel wit in de kop en een veel minder duidelijk petje wat contrasteert met lichte wenkbrauwstreep
Taigastrandloper / kleinste strandloper; geen donkere poten en veel te zwaar getekende borst
Bairds strandloper; te zwaar getekende borst en de vleugels steken ver voorbij de staart (wat bij de grijze strandloper niet werd gezien), te weinig wit in de kop en geen wenkbrauwstreep, etc..
Bonapartes strandloper; te groot en teveel streping op borst en flanken in alle kleden. Qua bovendelen / kleurzetting leek de vogel hier echter wel aanzienlijk op (ruiend adult)!
Roodkeelstrandloper; te veel roodbruin en/of wit in bijna alle kleden. Te kort snaveltje (dat was toch echt meer opgevallen)
Gestreepte strandloper; te groot en teveel “strepen”
Siberische strandloper; idem als bij gestreepte strandloper

Nadat de vogel om ca. 07:25 uur was opgevlogen werden in de uren erna nog regelmatig kleine en een klein aantal Temmincks strandlopers ontdekt, de grijze strandloper werd echter helaas niet meer waargenomen.

Beide determinatiemethoden wijzen m.i. op grijze strandloper (waarmee in het buitenlang ervaring is opgedaan):
1) Op basis van gedrag en voorkomen duidelijk een Caladris. Verenkleed(patroon), snavelvorm en grootte, pootkleur en bouw en houding wijzen op een grijze strandloper
2) Alle in Nederland voorkomende broedvogels, (schaarse) doortrekkers en dwaalgasten kunnen middels de wegstreepmethode worden verworpen; nadat alles is weggestreept blijft de grijze strandloper over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten